De verdieping: financieel rendement

Op financieel gebied kijken we naar:

1.         Winstgevendheid

2.         Vrije cash-flow en goed werkkapitaal beheer

3.         Voldoende weerstandvermogen (solvabiliteit)

Exploitatieresultaat (EBIT) Winst is een opinie en cash is king. Een manier om de winstgevendheid te meten is met het kengetal EBIT/ sales. Dat is een veel gehanteerd verhoudingsgetal:

Free operating cash flow Dit kengetal maakt de brug van exploitatieresultaat naar cash. Het geeft aan hoeveel cash (liquiditeit) er wordt gegenereerd vanuit de normale bedrijfsoperatie. Hiermee wordt gemeten of het bedrijf in staat is voldoende liquiditeit te genereren om de normale bedrijfsactiviteiten te handhaven of uit te breiden. Dit bedrag staat aan de aandeelhouders en vreemd vermogensverschaffers ter beschikking.

De free operating cash flow is de optelsom van het exploitatieresultaat en de afschrijvingen met correctie voor de verschuldigde vennootschapsbelasting en met correctie voor investeringen in werkkapitaal en investeringen in materieel vast actief. Hieronder is dat in een grafiek weergegeven.

Werkkapitaalbeheer Je wil niet onnodig geld investeren in voorraad, onderhanden werk of debiteuren.

De eerste knop om aan te draaien betreft de voorraad. De kosten verbonden met voorraad zijn ruimte (huur pand) rente en risico op incourantheid. Kosten van het houden van voorraad zijn zo te becijferen op 20% van de voorraadwaarde.

De tweede knop betreft de stand van het onderhanden werk. Bij projectorganisaties is het streven om een zodanige termijnregeling af te spreken dat dit maximaal gelijk is aan het werk dat uitgevoerd is. Voor bedrijven met kleine klussen en bonnenwerk is het streven om iedere week te factureren. Snel factureren verlaagt het onderhanden werk.

De derde knop betreft de debiteuren. Door met debiteuren heldere afspraken te maken over facturatie en dat ook strak nakomen kan deze post worden beheerst.

De vierde knop zijn de crediteuren. De hoogte van de crediteurenstand wordt mede bepaald door het afspreken van betalingskortingen bij leveranciers. Verhogen van de crediteurenstand leidt tot meer liquiditeit. Er is altijd een afweging of minder snel betalen een effect heeft op onderhandelingskrachten een goede relatie met de leveranciers.

Solvabiliteit Het totale vermogen is gelijk aan alle bezittingen. Als de totale schulden van het totale geïnvesteerd vermogen worden afgetrokken houd je het eigen vermogen over.

De solvabiliteit is dan de verhouding tussen eigen vermogen en totaal vermogen.

In het benchmark rapport staat de eigen balans en de vergelijking met de normbalans. We gaan uit van de volgende normen:

Solvabiliteit moet groter zijn dan 38%. We beoordelen de solvabiliteit op groepsniveau met aandacht voor positie aandeelhouders als lening verstrekker of lening ontvanger.

Rendement op geïnvesteerd vermogen Als je het exploitatieresultaat deelt door het gemiddelde van het totale vermogen over het afgelopen jaar heb je een maatstaf voor rendement.

Deze ratio kun je verbeteren door:

1.         je vermogen te verlagen door het desinvesteren van vaste activa;

2.         je vermogen te verlagen door minder te investeren in voorraden, onderhanden werk,            debiteuren en overtollige liquide middelen uit te keren;

3.         je exploitatieresultaat te verhogen.


Geplaatst op 31 mei 2024